Gastenboek | Downloads | Links | Contact
Aanmelden
Afdrukken Afdrukken

Hoe werkt XTC eigenlijk? Waardoor krijg je het lekkere gevoel bij XTC?

1. Drugs werken via de hersenen en het ruggemerg. Een belangrijk gebied in de hersenen is het limbisch systeem; het centrum in onze hersenen dat onze emoties regelt. In het lymbisch systeem bevindt zich ook het straf- en beloningscentrum. Prikkeling van een bepaalde plek in dit gebied geeft een prettig gevoel, prikkel je het ergens anders dan krijg je een naar gevoel.

2. Hersenen en ruggemerg bestaan uit miljarden cellen. Al die cellen staan met elkaar in verbinding. Een cel kan wel tienduizend zenuwuiteinden hebben die contact maken met zenuwuiteinden van andere cellen. Daardoor kunnen ze boodschappen, prikkels aan elkaar overdragen. Het contact tussen de ene cel en de andere cel verloopt via een chemisch proces. Dit is een belangrijk verschil met bijvoorbeeld een computer. Bij een computer verloopt de prikkeloverdracht via aan elkaar gekoppelde bedrading. Bij de hersenen zijn de zenuwuiteinden niet gekoppeld, maar zit tussen de zenuwuiteinden een ruimte, de zogenaamde synaptische spleet. In deze spleet of tussenruimte vindt de prikkeloverdracht plaats. Dat gebeurt via een chemisch proces met behulp van zogenaamde neurotransmitters. Neurotransmitters zijn stoffen, die voor de prikkeloverdracht van de ene zenuw naar de andere zorgen. Het zijn als het ware de boodschappenjongens van de hersenen. Belangrijke neurotransmitters zijn: adrenaline, dopamine, acetylcholine en serotonine.

3. Het overdragen van prikkels van de ene zenuw naar de andere wordt neurotransmissie genoemd. Hoe gaat dat? De neurotransmitters zitten opgeslagen in blaasjes in de zenuwuiteinden. Bij prikkeling van de zenuw komt de neurotransmitter uit deze blaasjes vrij en komt in de synaptische spleet terecht. De neurotransmittor hecht zich aan de volgende zenuw waardoor deze zenuw harder of juist minder hard gaat werken. De neurotransmitter wordt daarna weer losgekoppeld, afgebroken of gaat weer terug naar de zenuw waar hij vandaan kwam (naar huis).

4. Drugs beïnvloeden de werking van neurotransmitters. Drugs zorgen voor een andere prikkeloverdracht dan normaal. Drugs kunnen ervoor zorgen dat er; meer of juist minder neurotransmitters zijn, neurotransmitters niet afgebroken worden of dat de neurotransmitters niet naar terug huis kunnen gaan zodat ze maar blijven werken. Soms imiteren drugs de werking van neurotransmitters.

Bij een computer zou je de prikkeloverdracht ook anders kunnen laten verlopen. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een weerstand. Je zou dan kunnen zeggen dat de computer high of stoned is. Wat een weerstand is voor een computer zijn drugs voor mensen.

5. En nu eindelijk XTC.
XTC verhoogt de afgifte van de neurotransmitter serotonine en zorgt er bovendien voor dat de neurotransmitter niet zo snel zo snel naar huis gestuurd kan worden waardoor hij langer blijft werken. Veel serotonine-bevattende zenuwen (serotonerge zenuwen) bevinden zich nu in het limbische systeem van onze hersenen. Het gebied dat onze emoties regelt en waar het beloningscentrum ligt. Wanneer XTC onze hersenen bereikt zorgt XTC ervoor dat er serotonine afgegeven wordt. De zenuwen geven de signalen aan elkaar door, ons beloningscentrum wordt geprikkeld en we voelen ons lekker.

Na het slikken van XTC zijn de serotonine-bevattende zenuwen leeg. De serotonine is gewoon op en ook XTC kan geen serotonine meer vrijmaken. De zenuw wordt wel geprikkeld maar er is geen serotonine meer om de volgende zenuw te prikkelen. Het kort na elkaar slikken van XTC heeft dan ook geen zin. Het serotonine niveau moet eerst weer aangevuld worden en dat duurt enige tijd.

Bron: Jellinek Vraag en Antwoord